
GBO, FNV en CNV hebben nog steeds geen CAO-akkoord weten te bereiken. De huidige situatie op het gebied van pensioenen leidt tot zulke grote premiestijgingen dat een loonsverhoging onhaalbaar is en dat is voor de bonden onacceptabel, aldus GBO in haar nieuwsbrief.
De CAO partijen zijn het er over eens dat ze overeenstemming moeten bereiken over een totaal pakket arbeidsvoorwaarden, inclusief pensioenen, dat past binnen hetgeen de glasbranche als kostenstijging kan opvangen. Voor pensioenen gaat het dan voornamelijk over het opbouwpercentage ouderdomspensioen en de daarbij behorende premie. Omdat de discussie hierover ingewikkelder is dan over loonafspraken, is geprobeerd eerst over de pensioenen een overeenstemming te krijgen voordat er aansluitend over de overige arbeidsvoorwaarden afspraken kunnen worden gemaakt.
De situatie is dat de pensioenpremie per 1 januari van 21 is gestegen naar 28,9 procent. Dit betekent een premiestijging van ongeveer 40 procent. Van de pensioenpremie wordt door werkgevers 65 procent en door werknemers 35 procent betaald. De afgelopen twee jaar 2010 en 2011 is de pensioenpremie steeds met 1 procent verhoogd om de pensioenregeling in stand te houden. Om een opbouwpercentage van 2,1 procent in stand te houden, dient het percentage van 28,9 procent ingehouden te worden. Dit betekent voor werkgevers, afhankelijk van de salarishoogte, een kostenverzwaring per 1 januari van ongeveer 3 procent en voor werknemers een extra inhouding op het brutoloon van ongeveer 1,5 procent. Door deze verhoging wordt de beperkt beschikbare loonruimte in verband met de situatie in de glasbranche en bouw volledig opgeslokt en zien werknemers hun koopkracht verder aangetast worden omdat zij meer pensioenpremie betalen en geen loonsverhoging meer kunnen krijgen, aldus GBO.
‘Aan de vakbonden is uitgelegd dat gezien de economische situatie in de branche en de bouw er beperkt ruimte is voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden, inclusief pensioen, op een niveau van ongeveer 3,5 procent gedurende de twee jaar looptijd van de CAO. De betrokken vakbonden zijn echter absoluut niet bereid om een vermindering te accepteren in de opbouw van pensioen naar een lager maar nog altijd redelijk niveau, zodanig dat er minder pensioenpremie geheven kan worden en er daardoor sprake kan zijn van een loonsverhoging’, aldus GBO. Werkgevers vinden dat er door de opstelling van de betrokken vakbonden onevenwichtigheid ontstaat. Met name werknemers worden ook al geconfronteerd met een forse verlaging van de pensioenen doordat er te weinig geld in kas is bij het pensioenfonds om aan de toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. In het bestuur van het pensioenfonds zijn werkgevers en FNV en CNV namens werknemers gezamenlijk verantwoordelijk voor de situatie van het tekort van de opgebouwde pensioenen. GBO: ‘Desondanks is er door de opstelling van vakbonden geen enkel zicht dat er een akkoord bereikt kan worden.’ Meer informatie: www.glasbrancheorganisatie.nl