Pagina 31 van: Glas in Beeld #1 – februari 2022

31WWW.GLASINBEELD.NL
instrumentaanbieder, kwaliteitsborger en
toelatingscommissie. Op die manier kan
de markt zelf bepalen op welke manier de
kwaliteitsborging moet worden gedaan en
is de nieuwe wet een stimulans om
kwalitatief beter te bouwen. ZiN hierover:
‘Doordat kwaliteitsborgers eerder in het
bouwproces worden betrokken zullen
mogelijke risico’s eerder in beeld komen.
Hierdoor kunnen deze beter worden
beperkt en zullen faalkosten dalen. Een
bouwer krijgt grotere verantwoordelijk-
heid, ook na oplevering. Hierdoor ontstaat
er een grotere prikkel om kwalitatief beter
te bouwen. Verder is het voor marktpar-
tijen onder de Wkb mogelijk om slimme
toepassingen te bedenken om de kwaliteit
beter te kunnen borgen tegen lagere
kosten. Dat kan zijn door gebruik van
certificeringen van anderen of door
slimmere werkwijzen. Ook is het veel
gemakkelijker om nieuwe technologieën
toe te passen. Denk aan VR-technologie
bij toezicht op de bouwplaats.’
VERANDERENDE
AANSPRAKELIJKHEID
Hoe belangrijk de eigen verantwoordelijk-
heid van aannemers wordt, en dus ook van
onderaannemers en toeleveranciers, blijkt
uit het feit dat zelfs het Burgerlijk
Wetboek is aangepast. Dat heeft alles te
maken met die veranderende aansprake-
lijkheid. Hoe zit dat nu precies? Hajé van
Egmond, kwartiermaker bij het Instituut
voor Bouwkwaliteit, zegt hierover in
Aannemer het volgende. ‘Wat er verandert
is dit: de wet zegt nu dat wanneer een
gebouw is opgeleverd, je als aannemer
niet meer bent aan te spreken op
gebreken die de opdrachtgever had
kunnen zien. Dus als ik een huis voor jou
bouw en wij hebben samen de boel
opgeleverd en er zit een kras op het raam,
dan kun je mij de volgende dag niet bellen
over die kras. Want die zat er al en je hebt
getekend. En je hebt niet per se getekend
dat er geen krassen op het raam zaten,
maar je hebt getekend dat je akkoord gaat
met de oplevering. Dus alle gebreken die
je had kunnen zien, heb je geaccepteerd.
Dat zegt de wet nu en dat gaat heel ver: ik
heb als arbiter wel eens een zaak gezien
waarbij het ging om gaten in muren. De
koper dacht “dat zal die aannemer zelf wel
gezien hebben”, maar die aannemer zegt
“dat had je bij oplevering moeten
melden”.’
Het idee achter de aanpassing is volgens
Van Egmond dat de huidige regeling
eigenlijk vreemd is, want je mag van een
aannemer verwachten dat die deskundiger
is dan de opdrachtgever. ‘Daarom is de
vrijwaring van oplevering er straks niet
meer. We hebben dus geen discussie meer
of er een verborgen gebrek is of niet, want
alle gebreken die aan het licht komen na
oplevering, waarvan het aantoonbaar de
schuld is van de aannemer, vallen onder
zijn aansprakelijkheid. Let wel op: dit is
niet hetzelfde als het omdraaien van de
bewijslast. Nog steeds geldt: wie stelt, die
bewijst. De bewijslast voor de opdrachtge-
ver wordt wel een stuk eenvoudiger, die
kan immers het gebrek laten zien. De
aannemer kan vervolgens niet meer
zeggen: “ja, het was wel mijn fout, maar je
had het zelf kunnen zien”.’
IN DE PRAKTIJK
Wat betekenen deze veranderingen in de
praktijk? Onze collega’s van Aannemer
laten op aannemervak.nl meerdere
bouwers aan het woord (vul de naam van
het bouwbedrijf als zoekterm in en je vindt
ze). Projectleider nieuwbouw Bas Kersten
van Van Schaik Aannemingsbedrijf in
Nijmegen weet bijvoorbeeld zeker dat de
wet veel impact gaat hebben voor alle
betrokkenen in het bouwproces. ‘De Wkb
gaat ervoor zorgen dat stukken beter op
elkaar afgestemd worden. De opdrachtge-
ver en architect, maar ook onze onderaan-
nemers en toeleveranciers worden
gedwongen de boel op een rijtje te
hebben. Onze uitdaging daarbij: aanspra-
kelijkheden neerleggen waar ze horen en
die vastleggen. Daarvoor moeten we iets
meer structuur aanbrengen. Risico’s in
kaart brengen en afspreken dat we het
gaan vastleggen. Zodat alles te volgen is.
Bijvoorbeeld: is de isolatie aangebracht,
dan gaan we dat eerst nalopen. Sluit het
mooi aan? Zijn de kozijnen luchtdicht afge-
werkt? Is er voldoende en op de juiste
manier verankerd? Dit leggen we vast
volgens een keuringslijst, we maken foto’s
en pas dán gaan we metselen.’
Bouwers in Nederland zijn niet echt
gewend om gecontroleerd te worden, ziet
Stephan Bon, directeur van MBB in
Maarssen. Voldoen aan het Bouwbesluit:
dat moet, maar als het op papier klopt,
dan is het goed. ‘Of het in de praktijk dan
ook klopt, is tot nu toe een ondergescho-
ven kindje.’ De grote uitdaging die Bon
ziet, is het aantonen van die kwaliteit
verder te brengen in de keten. ‘Er zijn veel
ZZP’ers, met wie ook wij graag projecten
uitvoeren. Zij werken het liefst met hun
handen. Maar uiteindelijk moet bijvoor-
beeld de kalkzandsteenlijmer ook dingen
aantonen. Die man staat de hele dag op
de steiger, maakt ’s avonds offertes en dan
komt dit er nog bij: iets dat niet in zijn
straatje ligt en waarvan hij niet direct het
nut inziet. Grotere onderaannemers zullen
hierin makkelijker meegaan verwacht ik, zij
hebben immers ook een bedrijfsbureau.
Wij als aannemer moeten daarin gaan
selecteren. Komt die omslag bij onderaan-
nemers en ZZP’ers er niet, dan wordt het
best lastig.’
BOUWEN AAN AS-BUILT-DOSSIER
Het aantonen wat je gedaan hebt en of
hetgeen je gedaan hebt goed is uitge-
voerd, geldt ook voor de glaszetter op de
bouw. Datgene wat je aanlevert komt in
het zogenaamde ‘as-built-dossier’ op basis
waarvan de kwaliteitsborger beoordeelt
of het werk aan de eisen voldoet. Als
één van de grotere en bekendere
ingenieursbureaus in de bouw behoeft
de naam Nieman nauwelijks introductie.
Ruim honderd professionals staan
aannemers en opdrachtgevers op het
gebied van onder meer bouwregelgeving,
bouwfysica en brandveiligheid bij om
hun plannen uitgewerkt te krijgen. Nieman
Kwaliteitsborging is een nieuwe loot aan
de boom. ‘In het leven geroepen om
apart te zetten dat wat we ook altijd al
deden, namelijk het toetswerk’, legt
manager en senior consultant Jan Pieter
van Dalen uit, eveneens op de site van
Aannemer.
Van Dalen: ‘Ik maak als borger niet alleen
gebruik van wat ik zelf zie, maar ook van
wat de aannemer mij laat zien van wat hij
heeft geconstateerd.’ Wie dat aanleveren
van gegevens goed doet, bouwt als
vanzelf mee aan het “as-built-dossier”. De
borger kijkt op afstand mee via genoemde
tools en komt voor specifieke checks en
steekproeven op de bouw. ‘Nieman is dan
de onafhankelijke schil eromheen. De
wetgever vereist ook dat de borger het
uiteindelijke dossier maakt. En daar zit
natuurlijk de discrepantie, want de borger
is niet elke dag op het project en die
bouwt ook niet aan kwaliteit. Dat doet die
bouwer zélf, met zijn onderaannemers én
zijn leveranciers. Hoe beter hij dat doet,
hoe dunner dat schilletje kan zijn. Ik maak
als borger dus niet alleen gebruik van wat
ik zelf zie, maar ook van wat de aannemer
mij laat zien van wat hij heeft geconsta-
teerd.’
HOE BEWIJS JE GOED WERK?
In de hoop dat het je niet duizelt tot slot
antwoord op de vragen die we mede
namens Arjan Bossink aan Ardi Borst
hebben voorgelegd. ‘Ik ben erg benieuwd
naar hoe het in de praktijk zal gaan’, zegt
Bossink. ‘Het zal een enorme papierwinkel
worden. In eerste instantie zijn het
gelukkig alleen de eenvoudige projecten
VOOR WELKE GEBOUWEN?
De Wkb geldt in eerste instantie voor alle bouwwerken in
gevolgklasse 1. Het gaat hierbij om onder meer eengezins-
woningen en bedrijfspanden van maximaal twee bouwla-
gen en verbouwingen hiervan (voor zover niet vergunning-
vrij). Vooralsnog vallen monumenten niet onder
kwaliteitsborging. Gevolgklassen 2 en 3 volgen in 2024 en
2025. Bij klasse 2 valt te denken aan bibliotheken,
gemeentehuizen, onderwijsgebouwen en woongebouwen
tot 70 meter hoogte en bij 3 aan metrostations, voetbal-
stadions, ziekenhuizen en gebouwen hoger dan 70 meter.
Bij glas is gelukkig veel zichtwerk, maar alles wat je niet meer kunt zien, moet je vastleg-
gen met foto’s.
28-29-30-31-32-33_wkb.indd 31 09-02-2022 16:12