Pagina 30 van: Glas in Beeld #2 – april 2022

30 GLAS IN BEELD
die door adsorbtie de watermoleculen in
het gas aan zich bindt. Droogmiddel met
een te grote moleculaire zeef zal naast de
watermoleculen ook gasmoleculen
adsorberen, waardoor er onderdruk kan
ontstaan. Bij een moleculaire zeef van 3Å
is dat echter onwaarschijnlijk. Ook bleek
na weging en droging in het laboratorium
van Peutz dat het vochtgehalte van het
droogmiddel circa 9,8 procent bedroeg.
Volgens opgave van de fabrikant is 20
procent de verzadigingsgraad. Hieruit kun-
nen we concluderen dat het droogmiddel
normaal functioneerde.
Dan blijft lekkage via de randverbindingen
als mogelijke oorzaak over. De aluminium
kaders zijn smal. Om die reden zijn deze
niet gebogen, maar via hoekverbindingen
samengesteld. Voor het inbrengen van de
hoekverbindingen zijn de hoekstukken met
butylkit ingesmeerd. De ruiten zijn via
twee vulopeningen met gas gevuld, deze
vulopeningen zijn na het vullen eveneens
gedicht met butylkit. Al deze punten
vormen een risico op onthechting en
daarmee op gaslekkage. Maar juist om die
reden is er nog de tweede randafdichting
die zonder naden aangebracht kan
worden.
Kitten die worden gebruikt voor de
randafdichting van isolatieglas en
beglazingskitten dienen elkaar te verdra-
gen. Hou je daar geen rekening mee, dan
kan de kit onthechten en het glas gaan
lekken. Vanwege deze verdraagzaamheid,
ook wel compatibiliteit genoemd, met de
monumentale stopverfkit is voor de
tweede afdichting van het glas gewerkt
met een siliconenkit, zoals meestal voor
structurele beglazing gebruikt wordt. De
normaal te hanteren randhoogte voor een
dergelijke kit is 6 millimeter, maar
vanwege de geringe sponninghoogte en
de afmetingen van de ruiten is een hoogte
tussen 3,5 en 4 millimeter aangehouden.
Het nadeel van het gebruik van siliconen-
kit ten opzichte van een polysulfidekit, de
meest gangbare kit bij standaard isolatieg-
las, is dat het minder gasdicht is.
DIFFUNDEREN
Edelgassen zoals argon en krypton
diffunderen circa honderd keer sneller
door siliconenkit dan door polysulfidekit-
ten. Diffusie is simpel gezegd het
verplaatsen (diffunderen) van een gebied
met een hoge concentratie naar een
gebied met een lage concentratie. De
zogeheten permeabiliteit (doorlatendheid)
is respectievelijk 3,7 10-8 en 1,5 10-10
cm²/(s cmHg) . De siliconenkit is dan ook
alleen bedoeld om de samenhang van de
glasbladen te garanderen. De eerste
afdichting, de butylkit, zorgt voor de
damp- en gasdichting. Dit door de veel
lagere permeabiliteit van 5,0 10-11 cm²/(s
cmHg).
Het gevolg is dan ook dat als er een lek in
de butylafdichting zit, het gas uit de
spouw zal diffunderen. Het gas zal sneller
uit de spouw verdwijnen dan dat het
wordt aangevuld door lucht, de spouw
komt daardoor op onderdruk te staan. Dit
effect is nog groter als de siliconenkit niet
geheel is uitgehard. Bij het verlaten van de
productiehal kon het daarom gebeuren
dat de ruiten nog vlak waren, terwijl bij
het plaatsen van de ruiten in de gerestau-
reerde schuiframen er al enige holstand
waargenomen werd.
CONTROLEBEREKENINGEN
Peutz heeft diverse diverse controlebere-
keningen gedaan met het eindige
elementenprogramma SJ Mepla. Dit
programma is speciaal ontwikkeld voor de
glasindustrie en algemeen geaccepteerd
voor het maken van statische berekenin-
gen om de sterkte van glassamenstellin-
gen te controleren. De berekeningen zijn
gedaan om te kunnen bepalen wat
theoretisch de invloed is van de afname
van de spouwdruk ten gevolge van diffusie
van gas door de kit uit de spouw. Ook de
invloed van de barometrische verschillen
ten gevolge van verschillen in temperatuur
zijn hierbij meegenomen.
Uit de berekeningen volgt dat de bij de
gemeten doorbuiging passende onder-
druk in de spouw zorgt voor spanningen in
het buitenblad die kunnen oplopen tot
circa 45 N/mm². Volgens NEN 2608 mag
de toelaatbare spanning aan de spouw-
zijde bij isochore druk voor floatglas bij
deze afmetingen maar 15,01 N/mm²
bedragen en voor getrokken glas is dit
nog lager. Isochore druk: het drukverschil
tussen de gasdruk in de spouw en de
luchtdruk. In het geval van dit project is er
onderdruk in de spouw ten opzichte van
de luchtdruk en staan de ruiten hol.
CONCLUSIE
Het gas was bij het vullen mogelijk toch
wat kouder dan de buitenlucht. Daarnaast
was de butylafdichting van de ruitjes
vermoedelijk niet volledig dicht vanwege
slecht hechtende proppen in de vulope-
ningen en relatief veel naden door de
hoekverbindingen. In combinatie met een
lage, relatief dampopen siliconen
randafdichting van 3,5 tot 4 millimeter is
dit de meest waarschijnlijke oorzaak voor
het ontsnappen van het kryptongas uit de
spouw. Door het koudere gas en ontsnap-
pen via de randafdichting kwamen alle
ruitjes hol te staan en zijn vanwege de
relatief lage treksterkte van het getrokken
glas veel ruiten gebroken. Peutz verwacht
dan ook dat het niet bij deze breukruiten
blijft. Iedere winter als de ruitjes nog
verder hol gaan staan, zullen er breukrui-
ten bij komen.
De opdrachtgever heeft besloten om alle
ruiten te vervangen en overweegt om de
schuiframen aan te passen. Dit door een
grote ruit te plaatsen met ‘schijnafstand-
houders’ en plakroeden. Als alternatief
denkt hij erover om de constructie te
handhaven en vacuümglas toe te passen.
Breuklijnen nergens loodrecht op de
glasrand.
Vulopeningen in het onderste korte
kader.
28-29-30_goedfout.indd 30 06-04-2022 17:33