Pagina 11 van: Glas in Beeld #5-november 2022
11WWW.GLASINBEELD.NL
OVER CONDENS
EN HET BOREN VAN GLAS
minst isolerende onderdeel is, treedt
oppervlakte doorgaans tegen dit oppervlak
op. We gaan hier per soort condensatie in
relatie tot glas wat dieper op in.
CONDENS BINNENZIJDE GLAS
De tijd van ijsbloemen aan de binnenzijde
van glas is (in de meeste woningen)
voorbij. Vocht sloeg in ver vervlogen tijden
neer op het enkelglas en bevroor. Een
persoon produceert ongeveer 1 à 2 liter
vocht per dag door te ademen en te
transpireren. In combinatie met douchen,
koken en dergelijke produceert een
gemiddeld gezin ongeveer 12 liter vocht
per dag. Condensvorming aan de
kamerzijde is daar een gevolg van. Het
ontstaat meestal bij een lage buitentem-
peratuur en een hoge relatieve luchtvoch-
tigheid in de woning. Dus hoe meer
??
bewoners, hoe groter de kans op conden-
satie tegen de binnenzijde van een ruit.
Het aanwezige vocht condenseert dan
tegen het glasoppervlak. Bij isolerende
beglazing met een goede isolatiewaarde
zoals HR isolerend dubbelglas is dit risico
kleiner dan bij glas met een slechte
isolatiewaarde zoals enkelglas. Dit is ook
afhankelijk van de specifieke situatie. Denk
met name aan hoe een ruit aan de
interieurzijde is afgedekt. Als een
rolgordijn strak op een kozijn aansluit,
wordt een ruit moeilijk van binnenuit
opgewarmd en is de kans op condens
aanzienlijk groter. En laten we de randver-
binding niet vergeten. Condens treedt
namelijk met name op aan de randen van
een ruit. Dit omdat de randverbinding een
lijnvormige koudebrug is. Beter isolerende
afstandhouders verkleinen dit probleem.
Belangrijk is te weten dat condens aan de
kamerzijde geen fout in het glas is.
Eventuele condensvorming is te voorko-
men door goed te ventileren. Zeker als de
bestaande beglazing wordt vervangen,
moet je dus zorgen voor oplossingen om
goed te kunnen ventileren. En met name
goed ventileren op momenten dat het
nodig is, want bewonersgedrag is van
grote invloed. Dus tijdens het douchen de
ventilatie in de badkamer hoog zetten en
tijdens het koken de afzuiging aan doen.
Denk aan een appartement waar op een
klein oppervlak veel mensen wonen en
een gezin van een bepaald cultuur die
langdurig staat te koken. Of een dochter
die een half uur staat de douchen met de
badkamerdeur open omdat anders de
spiegel beslaat. Nieuwbouwwoningen zijn
enorm goed geïsoleerd en luchtdicht
gebouwd. Die zijn om die reden dan ook
voorzien van mechanische ventilatie.
Conclusie: condens aan de binnenzijde van
het glas komt door enkelglas of door een
ruit met een hoge Ug-waarde (het glas van
vroeger isoleert gewoon minder goed dan
het glas van nu) en/of onvoldoende
ventilatie in relatie tot bewonersgedrag.
CONDENS BUITENZIJDE GLAS
Condensvorming aan de buitenzijde van
het glas ontstaat als het vochtgehalte in
de lucht hoog is en de temperatuur van
het glas lager is als die van de buitenlucht.
Het risico op condensvorming is het
grootst in de ochtenduren tijdens het
voor- en najaar. Koudestraling verklaart dit
fenomeen: de nachtelijke uitstraling vanuit
de open hemel. De koudestraling van de
nachtelijke hemel koelt de voorwerpen op
aarde af en al zeker als het een wolkeloze
nacht is. Zo ook de beglazing. Glas heeft
maar een beperkte dikte met weinig
massa en je hebt juist massa nodig om
koude en warmte op te slaan. Door die
beperkte dikte kun je maar weinig warmte
opslaan in een glasplaat. Die koelt dus
sneller af dan bijvoorbeeld baksteen. Als
de temperatuur van het glas onder de
dauwpunttemperatuur komt treedt er
condens op. De dauwpunttemperatuur
hangt dan weer samen met de relatieve
vochtigheid. Op warme, zwoele zomerda-
gen kan die wel oplopen tot 90%, maar
vooral in het late voorjaar en vroege
najaar resulteert dit in condens op de
buitenkant van meervoudige beglazing.
De condens verdwijnt zodra de buitentem-
peratuur en de temperatuur van het glas
stijgt en de luchtvochtigheid van de lucht
nabij het glas afneemt. Bij isolerende
beglazing met een goede warmte-isolatie
is het warmteverlies door het glas beperkt
en blijft de buitenruit relatief koud,
waardoor het risico op de aanzet van
condens op het glas groter is. Hoe beter
de warmte-isolatie van de beglazing, hoe
groter dit risico. Eventuele condensvor-
ming ontstaat dus niet door een fout in
het product, maar is juist een gevolg van
de zeer goede warmte-isolatie van de
beglazing en het bewijs dat het glas
‘werkt’.
NIET ZOMAAR OPGELOST
Bij beter isolerende glassoorten, zoals
HR++, triple- en vacuümglas, is de kans op
condens aan de buitenzijde dus groter dan
bij ‘gewone’ typen glas. Veel bewoners
moeten daaraan wennen. In landen als
Duitsland, waar veel meer drievoudig glas
wordt toegepast dan bij ons, is condens-
vorming aan de buitenzijde juist een teken
van hoe goed je huis geïsoleerd is. Het
droogwrijven van de ruit heeft geen zin.
Zolang de buitentemperatuur laag en de
relatieve vochtigheid buiten hoog is, zal
de condens terugkomen. Er zijn overigens
wel speciale anti-condens coatings
(anti-fog) verkrijgbaar die de aanzet van
condensvorming vertragen of in sommige
gevallen zelfs helemaal voorkomen. Door
‘Condens binnen is geen fout in het glas,
je voorkomt het met goed ventileren.’
Zoveel condens aan de binnenzijde dat er
een plas water op de grond is ontstaan.
Daar waar de koudebrug het grootst is,
aan de rand van het glas bij het kozijn, is
het glas het koudst en ontstaat de grootste
kans op condensvorming.
10-11-12_condens.indd 11 26-10-2022 15:49