Als je wilt winnen, moet je de beste zijn. Maar dat is volgens mij niet altijd nodig. Mooi voorbeeld is Epke Zonderland op de afgelopen Olympische Spelen. Hij had anderhalf jaar geleden in zijn hoofd gepland in Londen een gouden plak te winnen. Met zijn eigen turnoefening zou dat nooit lukken. De concurrentie is qua techniek en uitvoering beter dan hij. Dus deed hij iets nieuws.
Epke en zijn trainer bedachten een nog nooit uitgevoerde oefening. Iedereen, inclusief concurrentie, zei ‘die Zonderland is gek’. Maar zie wat er gebeurde: hij turnt op het juiste moment de oefening van zijn leven en wint een gouden plak.
Betrek dit nu eens op het bedrijfsleven. Bedrijven worden vaak geleid door managers die het beste jongetje van de klas willen zijn. Ze willen niet verliezen en kijken steeds naar elkaar. Ze doen wat de concurrent ook doet en denken zo de markt te kunnen veroveren. Maar in het bedrijfsleven, in tegenstelling tot in de sport, kun je winnen zonder rivalen te hoeven verslaan. Daar is namelijk ruimte voor meerdere winnaars. Sterker: het is zelfs mogelijk de spelregels te veranderen om te winnen.
Niet per sé de beste willen zijn, maar je onderscheiden van de concurrentie door uniek te zijn. Door te zorgen dat de markt je belangrijker vindt dan collega’s die hetzelfde stuk van de taart willen. Dit betekent dat je je eigen route kiest; een route die goed is voor de klant maar afwijkt van die van andere aanbieders. Net zoals Epke dat deed. Het gaat in het bedrijfsleven meer om het ‘creëren’ van toegevoegde waarden. Meer dan marktaandeel leidt innovatie tot winst. Kies, ondanks moeilijke marktomstandigheden, voor nieuwe toepassingen in nieuwe markten. Toon lef en doorzettingsvermogen. Niet vechten om de beste te zijn in de markten waar iedereen zich al op begeeft, maar energie steken in marketing, ontwikkeling en innovatie.